Die eerste maanden van een babyleven gebeurt er een hoop. Een baby heeft in het begin een omgekeerd dag- en nachtritme en dan komen er ook nog allemaal regeldagen en sprongetjes voorbij. Oftewel: een baby die steeds weer een ander ritme lijkt te hebben met slapen! Dan komen er ook nog eens slaapregressies om de hoek kijken. Je vocabulaire is flink uitgebreid sinds je moeder bent geworden!
Wat is het verschil tussen een sprong en een slaapregressie?
De sprongetjes ken je inmiddels vast wel: je kind ontwikkelt weer allerlei nieuwe cognitieve, emotionele of fysieke vaardigheden en daardoor staat alles even op zijn kop, inclusief slapen! Tijdens het eerste levensjaar van een baby zijn er daarnaast drie momenten waarop er een slaapregressie is. Slaapregressies worden gelinkt aan grote fysieke ontwikkelingen zoals omrollen, leren kruipen, lopen en praten. Slapen is absolute een uitdaging op deze momenten, want er gaat een wereld open voor je kindje! Nog een belangrijk verschil tussen een sprong en een slaapregressie, is de lengte ervan. Een sprong is relatief kort, terwijl een slaapregressie zo’n 6 weken kan duren. Gelukkig is het soms ook maar 2 of 4 weken, het verschilt enorm per kindje! Als je uitgaat van 6 weken, kan het alleen maar meevallen achteraf.
Wanneer zijn er slaapregressies?
Allereerst kijk je naar de leeftijd: is het de leeftijd voor een sprongetje, of voor een slaapregressie? Op sommige momenten is er een overlap met een sprong en dat maakt dat het wat intenser is!
Slaapregressies komen voor rond de volgende leeftijden:
- 4 maanden
- 8 maanden
- 12 maanden
- 18 maanden
- 24 maanden
- 36 maanden
Zoals je ziet zijn er best een hoop slaapregressies. Ik legde net al even kort uit dat elke slaapregressie te maken heeft met een grote fysieke ontwikkeling. Door deze grote ontwikkeling slaapt je kindje tijdelijk wat slechter. Goed om te onthouden is dat dit komt doordat er enorm veel te verwerken is. Na de slaapregressie heeft je kindje de nieuwe vaardigheid onder de knie. Eigenlijk is het dus een vooruitgang, progressie!
Hoe herken je een slaapregressie?
Omdat een slaapregressie vaak uit het niets lijkt te komen, snap je er helemaal niets van. Dat is nu verleden tijd, want door goed naar de leeftijd, fysieke ontwikkeling en signalen te kijken, snap jij vanaf nu wanneer jouw kindje in een slaapregressie zit! Dit zijn de signalen:
- Baby wordt ‘ineens’ vaker wakker ‘s nachts
- Baby slaapt veel lichter, terwijl het voorheen vaster, langer en dieper kon slapen
- Baby doet hazenslaapjes of slaapjes van 45 minuten
- Dutjes worden geweigerd
Je kindje heeft enorm veel te verwerken zoals ik al zei. De hersenen van jouw kindje maken allemaal nieuwe verbindingen en die zijn dus ook flink aan het ontwikkelen! De hersenen focussen daardoor tijdens zo’n periode flink op de nieuwe vaardigheid, waardoor de focus in de hersenen minder ligt op het slapen. Dat is de reden dat jouw kindje moeite heeft met slapen.
Wat kun je doen tijdens een slaapregressie?
Dit is misschien wel de belangrijkste vraag! Het is al heel goed dat je op onderzoek uit gaat en dat jij beseft dat je kindje in een slaapregressie zit en je hulp goed kan gebruiken. Je kindje moet even door deze fase heen en heeft jouw hulp daar hard bij nodig, op meerdere vlakken!
1. Zorg dat je kindje niet oververmoeid raakt
Door goed te letten op de slaapsignalen in combinatie met wakkertijden, kun je kijken of het bedtijd is voor jouw kleintje. Heeft het een slaapje gedaan wat korter is dan 45 minuten? Dan is er geen slaapcyclus afgerond en dat betekent dat je kindje minder lang wakker kan zijn daarna. Er heeft immers niet genoeg herstel van vermoeidheid plaatsgevonden.
2. Zorg voor een duidelijk bedtijdritueel
Een bedtijdritueel wat altijd hetzelfde is, zorgt voor herkenning en voorspelbaarheid. Dit zorgt er dus voor dat jouw kindje weet: ik ga zo naar bed. Het lijfje bereidt zich daardoor voor op het slapen en dat maakt het makkelijker om in slaap te vallen. Zogenaamde “slaapcues”!
3. Help je kindje bij de nieuwe fysieke ontwikkeling!
Doet je kindje een poging met omrollen, tijgeren, kruipen, staan, lopen of praten? Stimuleer het dan, oefen samen! Door een handje te helpen heeft je kindje de vaardigheid wellicht sneller onder de knie, waardoor er ook sneller weer ruimte is voor rustigere slaap.
4. Bied wat extra hulp bij het slapen
Je kindje heeft het wat moeilijker, dus het is verstandig meer hulp te bieden bij het in slaap vallen. Het is namelijk belangrijk dat er genoeg geslapen wordt om oververmoeidheid te voorkomen! Wees niet te bang voor het wennen aan bepaalde hulp: het is tijdelijk en zodra het slapen beter gaat bouw je de hulp rustig weer af. Vaak verloopt dit heel natuurlijk en vanzelf!
Gaat het slapen nog steeds slecht?
Hoort de slaapregressie voorbij te zijn, maar gaat het nog steeds niet lekker met slapen? Schroom dan niet om hulp te zoeken! Als kinderslaapcoach heb ik al vele gezinnen geholpen rondom slaapregressies. Je hoeft dit niet alleen te doen, soms is het heel fijn om handvatten te krijgen, afgestemd op jouw kindje. Klik hier om naar het contactformulier te gaan, of stuur me een bericht via de Whatsapp-button onderaan deze pagina!